This post is also available in: English (Engels)
Achtergrond
Als wetenschappelijk medewerker heb ik een groot deel van mijn werkzame leven besteed aan rolstoelen. Aan testontwerp en veiligheidsanalyses.
Ik ben medeoprichter van de in 2004 opgerichte onafhankelijke Stichting Vast = Beter. Deze stichting heeft als doelstelling de veiligheid van het vervoer van mensen met een handicap te verbeteren, door opleiding en voorlichting op de werkvloer. Tot oktober 2014 heb ik daaraan mijn bijdrage geleverd.
Daarnaast ben ik ervaringsdeskundige. Mijn partner zorgde al voor Arjen, ons (zEMB) pleegkind, toen ik haar in 1985 leerde kennen.
In 2018 is Arjen op 45 jarige leeftijd overleden. Arjen heeft mij veel geleerd!
In 2014 ben ik gestopt met mijn werk met betrekking tot de veiligheid van het rolstoelvervoer. Ik voelde me steeds minder op mijn gemak en kon tijdens de overleggen over aanpassingen van de ‘oude’ Code VVR , minder mijn ei kwijt als onafhankelijk onderzoeker. Met mijn tweede pet op als ervaringsdeskundige ouder, werd ik regelmatig boos en verdrietig.
Het overzicht dat je als onderzoeker dient te hebben, verdween. Het ging steeds vaker over deelbelangen van partijen en minder over het totaalbeeld en de gevoeligheid voor de ander. (De ander is leidraad voor het goede. over Emanuel Levinas, artikel in Trouw.)
Veiligheidsaspecten bij rolstoelgebruikers in het (taxi)vervoer.
Ik vond, en vind nog steeds, dat regelgeving omtrent normen en afspraken m.b.t. de veiligheid van het rolstoelvervoer een zaak is van alle betrokken partijen. Allereerst van de rolstoelgebruiker! Daarnaast spelen taxibedrijven, rolstoelfabrikanten, leveranciers/aanpassingsbedrijven, gemeenten, zorgkantoren, UWV en fysio- en ergotherapeuten en revalidatieartsen een rol, omdat zij allen betrokken zijn bij het verstrekken van een goed passende ergonomisch verantwoorde rolstoel.
Een goed veiligheidsbeleid vraagt een open transparante discussie. En geen voldongen feiten, waardoor rolstoelgebruikers en chauffeurs in de klem raken.
Veiligheid gedijt bij openheid en de vrijheid om risico’s te mogen en kunnen melden. We kunnen er van leren.
In het verleden heb ik als TNO-er, in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, onderzoek gedaan naar de veiligheid van het rolstoelvervoer in alle vervoersmodaliteiten (literatuurstudie) en naar ongevallen en bijna ongevallen in het rolstoelvervoer. Dat laatste was aanleiding voor een Radar uitzending. Er is vaker, in de vorm van zwartboeken, aandacht aan besteed. Bij een (bijna) ongeval zoekt men juridisch altijd naar een schuldige. Een wijzend vingertje is nooit ver weg evenals boosheid, die is zo menselijk. Maar het lost het veiligheidsprobleem niet echt op. Elke betrokken partij trekt zich dan terug achter z’n eigen schild.
Ik hoop dat er bij een melding van een (bijna) ongeval, in alle openheid, toch altijd een analyse wordt gemaakt van de oorzaak. Zodat alle partijen er wat van kunnen leren. Daar heeft de veiligheid van het rolstoelvervoer op de lange termijn meer aan, dan aan het ontstaan van een claim cultuur.
Iets over de Angelsaksische checklists en afvinklijstjes. Die zijn soms handig, ik verwijs er zelf op de site ook naar. Die mogen nooit het zelfstandig denken – als professional en gebruiker – in het veilig rolstoelvervoer in de weg staan. Ik voel meer voor het Rijnlandse model waar een timmerman is gespecialiseerd in timmeren, maar ook voldoende kennis heeft om, als het moet, het hele huis te bouwen. Investeer in professionals en laat McKinsey nou een keer thuis. Dat is echt op termijn beter én ook goedkoper.
Een goed boek om in dit verband te lezen:
Marjolein Quené Voorbij de managementmaatschappij.
Code VVR
Er is een “nieuwe” code VVR uitgebracht door Sociaal Fonds Mobiliteit , die eenvoudiger is, maar ook restrictiever. Rolstoelen die niet voldoen aan de ISO 7176/19 crashtest, met name de hulpmiddelen op maat, zouden alleen nog individueel vervoerd mogen worden per 1 juli 2020. (Inmiddels uitgesteld tot 1 januari 2021).
Wij zien je wel
Dit jaar is het eindrapport gepresenteerd van de projectgroep ‘Wij zien je wel. ‘ Dat beschrijft de situatie van Zeer Ernstig Verstandelijk Meervoudig Beperkte (zEVMB) kinderen en volwassenen. Er zijn stappen gemaakt om de veelal ingewikkelde bureaucratische situaties voor ouders en verzorgenden te verbeteren, door het aanstellen van co-piloten. Die nemen een deel van de bureaucratische rompslomp over. Ouders komen meer aan de verzorging en het contact met hun kind toe en het kind is niet de dupe van de bureaucratie. Een van de heikele punten is de situatie rond het vervoer. De bekostiging daarvan is zeer versnipperd en dat maakt goede afspraken lastig. Omdat zEVMB mensen nogal eens zijn aangewezen op hulpmiddelen op maat, vormt de Code VVR-SFM een bedreiging voor bijvoorbeeld de beschikbaarheid van het vervoer en daarmee van de dagbesteding.
De Code VVR en Wij zien je wel zijn aanleiding om dit weblog te beginnen. Om een aantal uitgangspunten van veilig rolstoelvervoer opnieuw toe te lichten, vanuit mijn achtergrond en ervaring als onderzoeker. En om deze nieuwe Code VVR afspraak te toetsen op haalbaarheid en te vergelijken met het beleid, zoals enkele andere landen dat al hanteren.
Weblog
Deze weblog is niet bedoeld om volledig te zijn en is ook geen vervanging voor een Code VVR.
Fouten maken is geen mens vreemd, dus sta ik zeker open voor inhoudelijk commentaar. Het kan even duren voor plaatsing van een reactie. Ik wil ze kunnen modereren (en vertalen). Graag werk ik mee, binnen mijn mogelijkheden, aan een gezamenlijke veilige toekomst voor het rolstoelvervoer.
Motto
Verbieden helpt de veiligheid van het rolstoelvervoer niet verder.
Risico analyses en een lerende organisatie wel!
Ik wens alle betrokkenen bij het veiligheidsproces veel wijsheid toe bij de momenteel te nemen stappen. Zie om naar de ander als leidraad voor het goede.
Ir. Roelof Veenbaas
Referenties